Op NUB lees ik een ‘afscheidsbrief’ van de gedoodverfde D66 wethouder Han Boer.
Hoe meer ik erover lees hoe raarder ik het allemaal vind.
In het gemeentepaleis zien ze Boer niet allemaal zitten. Of ‘allemaal niet’ misschien.
Boer snapt niet goed waarom niet (zegt ie).
Het zal wel iets met zijn manier van werken zijn denkt ie zegt ie.
Nou, OK, zegt ie dan. ‘Dan ga ik wel’. ‘Als het zo moet’.
Je zou bijna denken dat ie gewoon de rest van z’n leven doorbetaald krijgt, of zo.
Beetje hobbien als raadslid of fractievoorzitter. Of helemaal niks meer.
Deel van de brief:
Ik heb de afgelopen weken helaas ook signalen ontvangen dat mijn terugkeer als wethouder niet overal in de organisatie goed wordt ontvangen. Signalen die zijn afgegeven in reguliere gesprekken over de arbeidsomstandigheden binnen de organisatie. Het heeft naar ik begrijp betrekking op mijn manier van aansturen en werken. Ik trek het me aan en uiteraard kijk ik daarbij ook kritisch naar mijzelf.