Jaap Jonk, voormalig CDA-Berkellander, is een padvinder, en daarom moet hij nu informateur worden, zo schrijft Dick Janssen dit weekeinde in de krant.
Tenminste dat begrijp ik er uit.
Voetbaljongen Gerard Hilhorst heeft hem gevraagd, zo lezen we.
En Gerard laat zich niet platwalsen 'ook niet in de raadszaal', en dus niet op het voetbalveld.
Dick verwijst naar de ophef over wat scheldwoorden op het voetbalveld van Gerard.
Dat begrijp ik er tenminste uit.
Anjo Bosman (GB) is ook een padvinder, een akela, zo lezen we verder.
Met haar slogan 'lokaal doen, wat lokaal kan' doelt ze vermoedelijk op de lokale padvinderij.
Verder lezen we dat Jaap Jonk ongeduldig is, en het vervelend vindt dat je na een kwartier praten nog geen spat verder bent.
En dat hij in de raadszaal zo maar een kwartier achter zijn hand zat te geeuwen.
Dat zijn ook dus juist wel de dingetjes die we van Jaap herinneren, van zijn raadstijd in Berkelland.
Ik heb ook al eens gehoord dat we padvinders geen padvinders meer mogen noemen.
Dat zijn nu scouts.
Overigens is dat alweer erg lang geleden dat een padvinder me daarop wees.
Toen het padvindershandboek van Kwik, Kwek en Kwak voor het laatst van de pers liep, dacht ik.
