In prehistorisch Berkelland was de lente gekomen en de mensen vierden de jaarlijkse Pasen-vakantie. De mensen hielden hun kinderen bij en maakten speciale voorbereidingen om hun Pasen-tradities te vieren. In de heuvels van Berkelland hadden de werkploegen samen veel heuvels schoon gemaakt en mooie vlakten gecreëerd waarop de mensen op de Paasdag konden verzamelen om te feesten.
De mensen brachten geschenken mee voor hun familie, vrienden en bewoners van andere dorpen. Er was een grote feestelijke aankomst met luid gezang en gelach. De kinderen speelden spelletjes en werden vermaakt met gezang, taarten en lekkernijen.
Op de laatste dag van het feest verscheen er een geheimzinnige gedaante met een grote mand aan de arm. Het bleek de oude voorouder te zijn die de mensen de den en rituelen had geleerd. De oude voorouder vertelde dat dit het Paasmysterie was - dat wanneer de mensen samen kwamen om het ritueel te voltooien, de schepping tijdens de passie weer tot leven zou worden gewekt.
Met een luide kreet raakte de hele groep vervuld van verwachting en ontstond er een lange kringdans rondom de mand. Een voor een gingen de mensen naar hun huizen en vergaarde de eitjes, fruit, groenten en bloemen die ze hadden meegebracht. Ze vormden deze met liefde voor elkaar in een grote krans, die de mand omringde.
De oude voorouder liet de mensen een boeket van verse bloemen neerleggen in de handen van het Paasmysterie. Toen het boeket neerkwam, explodeerden er gouden paaslichten die door het hele dorp schoten, waarna de oude voorouder de mensen verwees naar de spirituele kracht van dit wonder.
(openai.com)