maandag 1 december 2025

Boekhouding klopt niet #Berkelland

Kritische accountant Leo Verhoef heeft de Berkellandse jaarstukken 2024 beoordeeld:

2024

- in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 8,1 mln

- werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 5,6 mln

- accountant: Stolwijk Kelderman


2023*


- in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 5,5 mln


- werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 4,5 mln


- accountant: Stolwijk Kelderman


2022*


- in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 7,7 mln


- werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 4,0 mln


- accountant: Stolwijk Kelderman


Bron: leoverhoef.nl



Een slechtere financiële situatie betekent toch meer OZB inkomsten? Da's toch mooi?


Waarom zou een gemeente überhaupt de moeite nemen om (volgens Verhoef) de resultaten “mooi” te maken? Wat levert dat op?

Hier zijn de belangrijkste voordelen/motieven die gemeenten (bewust of onbewust) kunnen hebben om de jaarrekening zo rooskleurig mogelijk te presenteren:

1.  Politiek voordeel voor het college en de raad
Een jaarrekening met een flink overschot klinkt gewoon beter dan rode cijfers.

•  Wethouder Financiën kan zeggen: “We hebben het goed gedaan.”

•  Raadsleden hoeven geen impopulaire maatregelen te verdedigen (bijv. OZB verhogen, bezuinigen op sportvelden of bibliotheken).

•  Bij verkiezingen is “we hebben 8 miljoen over” een prettiger boodschap dan “we hebben 5 miljoen tekort”.

2.  Geen toezicht van de provincie (artikel 211/212-toezicht)
Als een gemeente drie jaar achter elkaar een tekort heeft in de gewone dienst (of een heel groot tekort), komt de provincie in de “preventief toezicht”-stand. Dat betekent:

•  Elk besluit met financiële gevolgen moet eerst naar Gedeputeerde Staten.

•  Dat is bureaucratisch, tijdrovend en voelt als “onder curatele staan”.
Veel gemeenten doen er alles aan om dat te voorkomen – zelfs als dat betekent dat ze boekhoudkundig een beetje “rekken”.

3.  Lagere OZB en betere verkiezingsboodschap
Als je een overschot presenteert, kun je jarenlang roepen: “We hoeven de OZB niet te verhogen” of zelfs een beetje verlagen.
Dat is electoraal goud waard.
Als je eerlijk een tekort zou laten zien, komt direct de vraag: “Waarom verhogen jullie de belastingen niet of bezuinigen jullie niet harder?”

4.  Ruimte om “stille reserves” op te bouwen
Door verliezen (bijv. op grondexploitatie) niet meteen te nemen, maar uit te smeren over meerdere jaren of weg te stoppen in een voorziening, blijft er geld op de balans staan dat je later kunt gebruiken voor nieuwe projecten zonder de burger meteen te laten voelen.

5.  Personele en bestuurlijke druk
Niemand wil de wethouder of ambtenaar zijn die moet uitleggen waarom er ineens 10 miljoen verlies is.
Door het geleidelijk of creatief te verwerken, blijft iedereen uit de wind.

Kort samengevat

Het voordeel is vooral politiek, bestuurlijk en psychologisch:

•  Je houdt de illusie van “goed bestuur” in stand.

•  Je voorkomt moeilijke gesprekken met raad, burgers en provincie.

•  Je kunt jarenlang lage lokale lasten en mooie projecten blijven beloven.

Of dat nu bewust bedrog is of “creatief boekhouden binnen de regels” – daarover kun je twisten. Maar het motief is bijna altijd: rust aan het politieke en bestuurlijke front.

En dat is voor veel colleges en gemeenteraden blijkbaar heel veel waard – soms miljoenen euro’s waard.

(ChatGPT)


Nu worden hierdoor dus verkeerde groepen inwoners benadeeld. 

Financieel minder draagkrachtigen bijvoorbeeld. 

De wethouder van financiën moet dan iig maar alvast vertrekken als hoofdverantwoordelijke lijkt me.


En B&W dan natuurlijk, als eindverantwoordelijken. 


Bij het zwembad moest immers toch iedereen ook meteen vertrekken? Al bij een klein akkefietje werden ze als zware fraudeurs bestempeld. 

Externe vriendjes om de 'fraude' te onderzoeken tegen een riante beloning stonden direct klaar.